Aanvraag onvrijwillige opname in Wlz-instelling
Heeft u een familielid met een verstandelijke beperking of dementie die niet meer thuis kan blijven wonen? Het kan zijn dat uw familielid hier zelf niet over kan beslissen. Een opname valt dan onder de Wet zorg en dwang (Wzd).
Aanvraag voor een besluit tot opname en verblijf
Het CIZ kan een 'besluit tot opname en verblijf' nemen. Dit is geregeld in artikel 21 van de Wzd.
De aanvraag hiervoor mag niet worden ondertekend door de cliënt zelf. U kunt als familielid de aanvraag doen. Een zorgaanbieder kan u hierbij helpen.
Gecombineerde aanvraag: onvrijwillige opname én Wlz-zorg
In de praktijk valt een aanvraag voor een besluit tot opname en verblijf vaak samen met een aanvraag voor een indicatie voor Wlz-zorg. Ook is vaak een vervolgaanvraag voor Wlz-zorg nodig voor een cliënt die al een besluit tot opname en verblijf (art. 21 Wzd) of een rechterlijke machtiging heeft. Dan geldt het handtekeningenbeleid van de Wet zorg en dwang.
Als familielid mag u de aanvraag voor Wlz-zorg ondertekenen als:
- u voor dezelfde opname ook een besluit tot opname en verblijf (art. 21 Wzd) of een rechterlijke machtiging aanvraagt, of
- als de cliënt al een besluit tot opname en verblijf (art. 21) of een rechterlijke machtiging heeft.
Een zorgaanbieder mag dit niet, in tegenstelling tot familie.
Geen besluit tot opname en verblijf?
Het kan zijn dat de aanvraag voor het besluit tot opname en verblijf (art. 21) wordt ingetrokken na behandeling van uw aanvraag. Dan vervalt het handtekeningbeleid van de Wzd en gelden de algemene regels voor Wlz-aanvragen.
Meer informatie
Op de website van het CIZ vindt u meer informatie over:
- Het aanvraagproces bij een onvrijwillige opname
- Een rechterlijke machtiging bij verzet tegen een opname