Wat is de Wmo?
In de Wet maatschappelijke ondersteuning staat dat gemeenten hun inwoners ondersteunen om zelfstandig te blijven wonen en om mee te doen in de samenleving. Officieel heet deze wet Wmo 2015.
Hulp vanuit de Wmo
Algemene voorzieningen
De gemeente zorgt bijvoorbeeld voor boodschappendiensten, ontmoetingsplekken en maatschappelijke opvang. Deze algemene voorzieningen zijn voor alle inwoners beschikbaar.
Maatwerkvoorzieningen
Een maatwerkvoorziening is ondersteuning die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Denk bijvoorbeeld aan (een combinatie van):
- huishoudelijke hulp
- individuele begeleiding in het dagelijks leven
- begeleiding bij persoonlijke verzorging
- begeleiding in een groep (dagbesteding)
- logeeropvang en vakantieopvang (gemeenten noemen dit respijtzorg)
- beschermd wonen
- woningaanpassingen
- hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen, zoals een rolstoel of scootmobiel
Maatwerkvoorzieningen zijn niet altijd op maat gemaakt. Het kan bijvoorbeeld gaan om een standaard rolstoel. Maatwerk wil vooral zeggen dat het hulpmiddel voor u zelf is, u hoeft het niet met anderen te delen.
Als het standaard hulpmiddel niet volstaat, kunt u individuele aanpassingen aanvragen. De gemeente beslist dan of die aanpassingen vergoed worden.
Zie voor meer informatie: Hulp thuis
Hulp uit uw eigen netwerk
Gezinsleden (gebruikelijke zorg)
Gebruikelijke zorg is de hulp die mensen elkaar normaal gesproken geven als zij een gezin vormen of samen leven. Bijvoorbeeld helpen met eten koken, afwassen, stofzuigen en de kinderen aankleden en naar school brengen. Als iemand in het gezin ziek is, kunnen gezinsleden vaak een aantal van deze taken overnemen. De gemeente betaalt daarvoor dan geen professionele hulp.
Hulp van mensen in uw omgeving
De gemeente kan nagaan wat mensen in uw omgeving voor u kunnen doen. Bijvoorbeeld (volwassen) kinderen, vrienden of buren. Deze mensen zijn echter niet verplicht om u te helpen. Gemeenten mogen vragen of die mensen daartoe bereid zijn. Als zij dat willen, zal de gemeente daar rekening mee houden bij de voorziening(en) die u krijgt aangeboden.
Uw netwerk vergroten
Heeft u geen mensen om u heen die u kunnen helpen? Dan kan de gemeente met u bespreken wat nodig is om uw netwerk te vergroten. Als dit niet lukt zal de gemeente u passende ondersteuning aanbieden zonder hulp uit uw omgeving.
Mantelzorgondersteuning
Komt in het gesprek met de gemeente aan de orde dat u hulp krijgt van een mantelzorger? Dan moet de gemeente vragen of uw mantelzorger zelf hulp nodig heeft om de mantelzorg te kunnen geven.
Eigen bijdrage bij Wmo-voorzieningen
Gemeenten mogen een eigen bijdrage vragen voor de Wmo-ondersteuning die zij mensen thuis bieden. Voor de meeste Wmo-hulp betaalt u een eigen bijdrage van maximaal € 20,60 per maand (bedrag 2024). Dit wordt het abonnementstarief genoemd. De rekening voor de eigen bijdrage krijgt u van het CAK.
Gemeenten mogen een lager bedrag vragen. Bijvoorbeeld voor mensen met een laag inkomen. De gemeente mag het abonnementstarief niet zelf verhogen. Voor sommige hulp of ondersteuning kan de gemeente wel een aparte bijdrage in kosten vragen. Voor vragen hierover of over hulp of ondersteuning kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Verschillen tussen gemeenten
Gemeenten vullen zelf hun Wmo-beleid in. Daarbij moeten ze zich wel houden aan de wet. Daarin staat bijvoorbeeld:
- hoe gemeenten het onderzoek moeten uitvoeren (artikel 2.3.2);
- het recht op een persoonsgebonden budget (artikel 2.3.6);
- dat u hulp kunt krijgen van een cliëntondersteuner (artikel 2.2.4).
U kunt alleen Wmo-ondersteuning aanvragen in de gemeente waar u staat ingeschreven. U kunt dus geen ondersteuning aanvragen bij bijvoorbeeld een buurgemeente.
Als u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente
U kunt bezwaar maken en eventueel daarna in beroep gaan. Zie hiervoor het onderwerp Bezwaar en beroep. U kunt hierbij advies krijgen bij het juridisch loket.
U kunt ook een klacht indienen bij de gemeente of contact opnemen met de lokale of nationale ombudsman.