Hulp of zorg aanvragen bij de gemeente
Voor hulp of zorg in het dagelijks leven kunt u bij uw gemeente terecht. U vindt hier informatie over de aanvraag.
Vooraf: u hoeft het niet alleen te doen
Wilt u hulp bij de aanvraag? U heeft recht op gratis, onafhankelijke cliëntondersteuning. Iedere gemeente moet cliëntondersteuning regelen. Via het overzicht per gemeente vindt u informatie van uw eigen gemeente.
1. Melding
De eerste stap is een melding bij uw gemeente. Daarmee geeft u aan dat u hulp nodig heeft.
Waar moet u zijn?
Dit verschilt per gemeente. Veel gemeenten hebben een Wmo-loket of een sociaal wijkteam. Sommige gemeenten gebruiken een andere naam, zoals gebiedsteam of hulpteam. Kijk op de website van uw gemeente voor contactgegevens. Vindt u het lastig om digitaal informatie te vinden? Bij de bibliotheek in uw regio helpen ze u graag.
Persoonlijk plan indienen
In een persoonlijk plan schrijft u welke hulp u nodig heeft en waarom. U heeft het recht om een persoonlijk plan in te dienen bij de gemeente. Het is niet verplicht. De gemeente moet uw plan betrekken bij haar onderzoek.
- Sommige gemeenten hebben een vaste structuur voor het persoonlijke plan. U kunt dit bij uw gemeente opvragen.
- Let op: het persoonlijk plan moet binnen een week na uw melding bij de gemeente zijn.
2. Onderzoek
De gemeente onderzoekt uw persoonlijke situatie. Wat moet u hierover weten?
Start van het onderzoek
De gemeente hoort het onderzoek zo snel mogelijk te starten. In de Wmo staat: uiterlijk binnen 6 weken na de melding. Door drukte lukt dat niet altijd. De gemeente zal u dan laten weten hoe lang het duurt.
Is direct opvang nodig, bijvoorbeeld vanwege huiselijk geweld? Dan moet de gemeente direct voorlopige opvang bieden. In de praktijk is 'direct' meestal binnen 2 dagen. Vervolgens start het onderzoek naar de persoonlijke situatie.
Een gesprek met u (of uw vertegenwoordiger)
Bij het onderzoek hoort een persoonlijk gesprek. Dit wordt vaak 'keukentafelgesprek' genoemd. Meestal is het bij u thuis. U kunt de gemeente vertellen:
- wat u nodig heeft;
- wat uw omstandigheden zijn, bijvoorbeeld of u werkt, naar school gaat, hoe u woont, wat u overdag doet en wat u wilt doen;
- wat uw naasten al doen en eventueel nog zouden kunnen doen.
U kunt zelf iemand bij dit gesprek vragen, als u dat wilt. Bijvoorbeeld een naaste, een onafhankelijk cliëntondersteuner of een ervaringsdeskundige.
Tips om het gesprek voor te bereiden:
- Zo Zorg Ik: hulp om u voor te bereiden op een gesprek met de gemeente.
- Mantelzorg.nl: tips voor mantelzorgers.
(Medische) gegevens opvragen
- De gemeente mag uw medisch dossier alleen bekijken met uw toestemming, en als het voor uw aanvraag belangrijk is.
- Uw gemeente gaat na of u recht heeft op zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit kan zonder uw toestemming. De gemeente ziet alleen óf u een Wlz-indicatie heeft. Ze ziet niet wat er in uw dossier staat.
Krijgt u Wlz-zorg thuis? Ook dan kan de gemeente verantwoordelijk zijn voor bepaalde hulp. Kijk hiervoor op Maatschappelijke ondersteuning voor mensen met Wlz-zorg.
3. Beslissing
De gemeente beslist of u ondersteuning krijgt. Eerst kijkt de gemeente of 'algemene voorzieningen' een goede oplossing zijn. Die zijn er voor alle inwoners van de gemeente. Bijvoorbeeld activiteiten in een buurthuis.
De gemeente kan ook een maatwerkvoorziening toekennen. Bijvoorbeeld een hulpmiddel of thuiszorg. Een maatwerkvoorziening deelt u niet met anderen.
Kiezen voor in natura of pgb
Bij een maatwerkvoorziening kiest u tussen zorg in natura (zin) of een persoonsgebonden budget (pgb).
- Bij zin levert een zorgaanbieder of leverancier de afgesproken voorziening.
- Bij een pgb krijgt u geld om zelf ondersteuning in te kopen. Dat geeft meer vrijheid, maar het is ook meer werk.
De gemeente stuurt een beschikking
U krijgt een brief waarin staat welke ondersteuning u krijgt, en hoe lang. Deze brief heet een beschikking. Wijst de gemeente uw aanvraag af? Ook dan krijgt u daar een brief over.
De toewijzing van ondersteuning wordt in de praktijk vaak 'indicatie' genoemd.
Langdurige toekenningen zijn mogelijk
Wmo-beschikkingen zijn vaak beperkt geldig. Bijvoorbeeld een half jaar. Bij een langdurige beperking moet u daardoor steeds opnieuw ondersteuning aanvragen.
Gemeenten mogen langdurige beschikkingen afgeven als duidelijk is dat u langdurig ondersteuning nodig heeft. Het ministerie van VWS juicht dit toe. Het uitgangspunt van de Wmo is dat de gemeente rekening houdt met uw individuele situatie.
Ook indicaties voor onbepaalde zijn mogelijk vanuit de Wmo.
4. Bent u het niet eens met de beslissing?
U kunt bezwaar maken en zo nodig in beroep gaan tegen de beslissing. Zie voor informatie hierover: Bezwaar en beroep bij zorg of ondersteuning.